Niederländisch

Die Gesellschaft zur Stärkung der Verben erfreut sich einer wachsenden Anzahl niederländischer Kooperationspartner. Dies sind ihre bisherigen Errungenschaften:

Infinitief	Onvoltooid verleden tijd	Voltooid deelword
aanschaffen	schief aan	aangeschaffen
aanvinken	vonk aan	aangevonken
afhaken	hoek af	afgehaakt
bedanken	bedocht	bedocht
bedelen	bedal	bedolen
behagen	behoeg	behaagd
bellen	bol	gebollen
beuken	berk	geberken
beven	baf	gebeven
bewaren	bewoer	bewaard
bukken	bok	gebukken
delen	dal	gedolen
deuken	diek	gedieken
draaien	droei	gedraaid
geuren	goor	gegooren
haken	hoek	gehaakt
heulen	hool	gehoolen
hijgen	heeg	gehegen
ijken	eek	geëken
jeuken	jook	gejoken
keren	kar	gekoren
keuren	kier	gekoren
kievit (Kiebitz)	koevoet (Kuhfuß)	kougevat (erkältet)
knallen	kniel	geknallen
krijsen	krees	gekresen
kuisen	koos	gekosen
leuren	loor	geloren
leven	laf	geleven
meuren	moor	gemoren
neuken	naak	genoken
opfleuren	floor op	opgefloren
pakken	pik	gepakken
passen	pies	gepassen
peuzelen	pozel	geploezen
l-Hopping
pissen	pos	gepossen
pijpen	peep	gepepen
plassen	plies	geplassen
remmen	riem	gerommen
scheuren	schoor	geschieren
schikken	schok	geschokken
treuren	troor	getroren
vegen	vag	gevegen
vijlen	veel	gevelen
wachten	wicht	gewachten
wekken	wok	gewokken
wensen	wons	gewonsen
werken	work	geworken
wissen	wos	gewossen
wreken	wrak	gewroken
wuiven	woof	gewoven
zagen	zoeg	gezaagd
zetten	zot	gezotten
zeuren	zoor	azoren
ge-a-Wechsel
zweven	zwoof	gezwoven